Het lijkt met Ruud langzaam maar zeker steeds iets slechter te gaan, ik kan hem soms bijna niet meer verstaan. Een paar jaar terug – toen ik hem voor het eerst bezocht – maakte hij nog zelf z’n jointjes aan, as morsend. Maar toen hij zichzelf en de lakens teveel brandplekken bezorgde werd hem verboden nog alleen te roken. Ruud wil zo lang mogelijk ‘zelfstandig’ in z’n flatje wonen, ook al betekent dit dat hij uren achtereen alleen is zonder dat hij kan telefoneren. Iets drinken of eten pakken lukt sowieso al paar jaar niet meer. Hij wacht de ingeplande zorgmomenten af. Behalve dat hij dan z’n eten krijgt en gewassen wordt, propt hij die zorgmomenten bomvol met alles wat een aanwezige met functionerende ledematen voor hem kan doen.
Zijn zin: ‘Ik wist niet dat je nog blijft leven als je lichaam zo slecht wordt’, maakt diepe indruk op me. Voor mij went het wat hij allemaal niet kan. Ik stel me daarop in en weet dat als ik hem bezoek hij ook wat wil drinken en z’n jointje tussendoor wil roken. Meestal moet ik zijn bed een paar keer verstellen en z’n hoofd anders leggen. En pas geleden had hij jeuk onder de rechterkant van z’n ribbenkast…. Hoe kon hij het uithouden tot er iemand was om even te krabben of iets te smeren? Daar is hij op ingesteld. Er zit een noodbel om z’n ene pols. Die is voor echte nood. Als hij struktureel teveel iemand op die manier nodig zou hebben, zou hij vast sneller dan hij wenst naar een verzorgingsafdeling moeten verhuizen. Daar heeft hij waarschijnlijk geen eigen kamer en dus weinig tot geen privacy.
Vorige week vroeg hij me of ik een afspraak met een speciale tandarts wilde maken op een tijdstip dat ik eventueel mee zou kunnen en of ik er bezwaar tegen had een middag aan zoiets kwijt te zijn. Ook dit raakte me, omdat ik dacht dat dit wel goed liep via wat oude vrienden. Maar 1 mantelzorger bleek te ver weg verhuisd en een ander bleek een rugaandoening te hebben gekregen.
Ik was twee dagdelen bezig om de speciale tandartsafspraak voor elkaar te krijgen. Eerst wist ik z’n geboortedatum niet, wat op z’n minst nodig is (schaam). Daarbij vond de assistente zijn naam niet in hun systeem. Was hij daar dan toch nog niet eerder geweest, zoals hij me had verteld? De dame aan de lijn vertelde dat er een verwijsbrief van tandarts of arts nodig is voor een intake, om daarna op een wachtlijst van 2 maanden te komen. ‘Maar hij heeft kiespijn’ zei ik tegen iemand die handelde volgens de ‘regels’.
Ik stuurde Ruud wat vragen per sms omdat hij geen telefoon kan aannemen. Vervolgens was het afwachten of de zorg tijd heeft de berichten te bekijken en wanneer Ruud hen zou vragen deze te beantwoorden. Reacties bleven uit. Toen ik vanmiddag Ruud bezocht belde ik de organisatie opnieuw, nu met zijn ID-kaart in m’n hand. Geweldig: hij zat wel in het systeem!
Hij had nog een openstaande rekening. “Ja mevrouw, omdat er anderhalf jaar terug wel een controleafspraak is gemaakt, maar er niemand werd gevonden die mee kon gaan”, zo werd me verteld. Misschien verzin ik het, maar dit leek op haar dan even indruk te maken (wat ik weer zielig vond, want zij kan hier natuurlijk ook niks aan doen). De afspraak kwam er na wat gepuzzel en gemurmel van Ruud tussendoor. Genoteerd in m’n agenda en het rolstoelvervoer gebeld. Ruud wist t nummer uit z’n hoofd. Fijn! Maar dat was inmiddels veranderd, dus het nummer eerst even opgezocht. En we ontdekten dat het klantnummer ook niet meer klopte. Best een gedoe. Dit was alleen nog een afspraak maken, nu moest nog met de zorg geregeld worden dat hij over twee weken aan het eind van de ochtend in z’n rolstoel achtergelaten wordt in plaats van terug op bed, zoals gewoonlijk.
Ruud wil super graag nog wel even geholpen worden. Dat is uiteindelijk waar ik tot nu toe voor langs kom en waar hij zichzelf niet meer mee kan helpen. Heel onhandig, zo beperkt zijn….
Met Liefs
Tika Stardust
0 reacties